De betekenis van de toestand van de grond voor het optreden van aantasting door het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci (Kühn) Filipjev)

Beekom, C. W. C. van, Enkele opmerkingen naar aanleiding van een onder de uientelers gehouden enquete betreffende het optreden van kroefziekte (Tylenchus dipsaci Kühn). T. o. Pl. ziekten46: 205–207, 1940.

Cleveringa, Ir O. J., Het voorkomen en genezen van reup of aaltjesziekte in rogge. 1937.

—, De betekenis van de structuur (werkzaamheid) van den bouwgrond in verband met het optreden van plantenziekten en beschadigingen. Landbouwk. T.50: 18–60, 1938.

Cobb, N. A., Estimating the nema population of soil. Agr. Technology Circ. 1, U.S. Dept. Agr. Bur. Plant Industry, 1918.

Dewez, Ir W. J., Het optreden van het stengelaaltje (Tylenchus dipsaci) in Limburg. T. o. Pl. Ziekten46, 194–204, 1940.

Goodey, T., New hosts of Anguillulina dipsaci (Kühn 1858) Gerv. et v. Ben. 1859 with some notes and observations on the biology of the parasite. J. Helminthology9: 191–196, 1931.

Goodey, T., Laboratory methods for work with plant and soil nematodes. Min. Agr. and Fisheries, Techn. Bull. 2, 1949.

Lloyd, A. J., Technique for the study of clover stem eelworm, Anguillulina dipsaci (Kühn). Ann. Rep. Agr. and Hort. Res. St. Long Ashton, 1945, 155–156.

Linford, A. J., Yap, F. enOliveira, J. M.. Reduction of soil populations of the root knot nematode during decomposition of organic matter. Soil Science45: 127–140, 1938.

Nigon, V. enRitter, M. Étude sur une maladie vermiculaire du tabac. Ann. Épiphyties XIII (N.S.) Série Entomologique, Mémoire no. 3, 1947.

Oortwyn Botjes, J. enRitzema Bos, J., Rapport over het proefveld in den Nieuwlandsen Polder ter opsporing van bestrijdingsmiddelen tegen het stengelaaltje. T. o. Pl. ziekten10: 115–124, 1904 en 11:149–162, 1905.

Ritzema Bos, J. L'Anguillule de la Tige (Tylenchus devastatrix Kühn) et les maladies des plantes dues à ce nematode. Archives du Musée Teyler, Ser. II, T.3,: 161–348 en 545–588, 1888–1892.

Russell, Sir J. Soil conditions and plant growth. The Rothampsted Monographs on Agricultural Science 1932.

Seinhorst, J. W., Een laboratoriummethode voor de bepaling van de vatbaarheid van rogge voor aantasting door het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci (Kühn) Filipjev). T. o. Pl.ziekten52: 39–52, 1945.

Slogteren, E. van. De nematodenbestrijding in the bloembollenstreek. III Bestrijding der ziekte. Tijdschr. o. Pl. ziekten24: 161–171, 1920.

Spieckermann, H.. Die Bekämpfung der Stockkrankheit des Roggens mit besonderer Berücksichtigung der Westfälischen Verhältnisse. Landw. Jahrb.40: 475–515, 1911.

Stöckli, A.. Ueber Methoden zur quantitaitven Bestimmung der im Boden freilebenden Nematoden. Ber. der Schweiz. Bot. Ges.53 A: 160-1943.

Thorne, G., Methods of clearing screen residues in separating nematodes from soil. Proc. Helm. Soc. of Washington7: 53–54, 1940.

Verslag, Kort, over de proefvelden in Overijsel. Min. Landb., Visserij en Voedselvoorz. Directie van den Landbouw, 1946.